Ontwikkeling van baby’s: vroege taalondersteuning

Home | Ontwikkeling van baby’s: vroege taalondersteuning

Wanneer we tegen een baby praten, hebben we allemaal de neiging om een hoog stemmetje op te zetten en veel simpeler woorden en zinnen te gebruiken. Babypraat wordt dit genoemd. Onderzoek heeft uitgewezen dat babypraat voorkomt in elke cultuur of gemeenschap en dat zowel mannen als vrouwen dit doen.

Het is gebleken dat baby’s een voorkeur hebben voor dit taalgebruik. Ze kunnen het makkelijker volgen. Leuk hè, dat iets wat we automatisch doen ook daadwerkelijk een functie heeft.

Door babypraat te gebruiken ondersteun je dus de taalontwikkeling van een baby. Op welke manieren kun je dit nog meer doen?

  1. Praat veel: benoem wat je doet, ga in op dat waar de baby naar kijkt, praat de hele dag door. Baby’s gaan hierdoor patronen herkennen in taal, zoals klanken, reeksen van klanken en zinsmelodie.
  2. Interactie: reageer op de klanken of gebaren die een baby maakt, herhaal bijvoorbeeld de geluiden die hij of zij maakt of benoem wat je de baby ziet doen.
  3. Zing: in liedjes zit herhaling en zitten vaste volgordes, deze helpen kinderen om de klankpatronen van de taal onder de knie te krijgen. Lekker veel muziek draaien en maken dus!

 

Bron